De hitte en de slechte nachtrust spelen ons nog altijd parten. Ondanks airco slapen we allebei slecht en hebben we het gevoel de hele nacht wakker te liggen. We staan dus redelijk brak op, maar na een frisse douche (in het huidige hotel hebben ze water maar in één ‘smaak’, namelijk koud; er is niet eens een knop voor warm water!), kunnen we er weer even tegenaan. Vandaag hebben we eerst het Tourist Office nog maar eens bezocht. Daar treffen we de eerste kale Indonesiër aan! We hebben natuurlijk meteen een goed gesprek over hoe vaak scheren enzo, je kent dat wel, kale mannen onder elkaar…

Mirjam wil graag weten of er een leerfabriek in de buurt is. Nou, die is er en die hebben we meteen bezocht. Ook nu weer met ’n Becak, een fiets met een soort van bankje voorop. We treffen dezelfde ‘taxichauffeur’ als die van een paar dagen geleden. Tja, ook dat schept een band. In de leerfabriek blijkt alles nog met de hand te gaan, ook het stikken van de naden. Eerst prikken ze gaatjes in het leer en iemand anders naait het verder aan elkaar. Erg leuk om eens bij een ‘concurrent’ van Mirjam d’r bedrijf te kijken.

Daarna bezoeken we een bedrijfje waar ze zilveren sieraden maken. Het is ongelooflijk wat ze met simpel gereedschap kunnen maken. Je gelooft haast niet dat ze dat zonder vergrootglas kunnen fabriceren. En allemaal vanuit de ruwe grondstof. Als echte Hollanders kopen we natuurlijk niets, we houden meer van goud… De rit met de Becak wordt helaas ruw onderbroken, doordat we te maken krijgen met een… lekke band! De volgende Becak-chauffeur (een oud baasje) laten we halverwege de terugreis maar stoppen. We zijn bang dat ie het einde niet haalt, zo langzaam en moeizaam gaat het allemaal. En dat allemaal voor 2.000 Rupia (zo’n 18 Eurocent), dat willen we niet op ons geweten hebben. We geven hem uiteindelijk 5.000 Rupia, ook al zijn we pas halverwege.

De middag gebruiken we om een beetje bij te komen en te relaxen. Op de Becak zijn we allebei weer een beetje aan het verbranden geslagen. Voor Mirjam is ontspannen een goed boek lezen bij een kop koffie verkeerd in het lokale winkelcentrum, en voor mij dus een beetje typen in een warm en donker Internet-café (ieder z’n hobby). Je vraagt je af waarom die Indonesiërs niet wat meer licht ontsteken, alles gaat hier in het donker (erg handig ook: zwarte toetsenborden met van die vervagende witte letters erop, en dat in deze duisternis…). Via het Internet ben ik op zoek naar mogelijkheden om met Kerst en Oud & Nieuw in Australië (Sydney e.o.) te verblijven, maar dat valt nog niet mee.

’s Avonds zijn we naar het poppendansen (schimmenspel) gaan kijken. Eerst maar eens kijken hoe ze die poppen maken. Die poppen blijken dus van leer te zijn. Ondanks dat de poppen vanachter een scherm worden getoond, worden ze minutieus geschilderd. Opnieuw valt op hoe gedetailleerd e.e.a. wordt beschilderd. Echt prachtig. Dan het poppenspel zelf, ahum. Had ik al verteld dat de belangstelling enorm is? Naast Mirjam en mijzelf is er… niemand! Het gezelschap (gamalan-orkest, zangeressen en één poppenspeler) bestond wel uit twaalf mannen en vrouwen. We waren dan ook van mening dat we van deze twee uur durende voorstelling moesten genieten, zo helemaal speciaal voor ons. Echter, hoe we ook onze best deden, na 40 minuten hebben we er de brui aan gegeven en zijn we stilletjes weggeslopen. Zouden ze het gemerkt hebben en zouden ze gewoon blijven doorspelen? Er was helaas geen touw aan vast te knopen aangezien er toch nog flink wat tekst bij kwam kijken waar we weer eens niets van verstonden. We vonden het eerlijk gezegd best wel slaapverwekkend, cultuurbarbaren als we zijn…

Aan het eind van de avond nemen we plaats op een bankje in de hoofdstraat van Yogyakarta, namelijk Malioboro Street. Er rijden brommertjes af en aan, met allemaal jongelui (twee jongens, twee meisjes, soms een jongen met zijn meisje en in een enkel geval papa, mama en daartussen en achterop nog een paar kinderen). Is dit de nieuwe manier van flaneren op zaterdagavond? We nemen er de tijd voor om te kijken of sommigen wellicht meerdere malen voorbij komen rijden (we kunnen ons niet voorstellen dat het allemaal naar één bestemming rijdt), maar het zijn er zoveel dat ons dat niet gaat lukken. Het maakt ons wel moe…