Vanochtend worden we met een prachtig uitzicht wakker: voor ons ligt een soort van riviertje tussen zee en meer en met een flinke stroming. Om goed wakker te worden duiken we de zee in. Om een uur of elf houden we het voor gezien (te warm!), en gaan we op pad richting Sydney.

Zo staan we al snel bij een National Park in de buurt van Jerves Bay. Na 10 dollar entree te hebben betaald, blijken de drie campings in het park of helemaal vol te zijn of geen stroomplaatsen (meer) te hebben. In het Infocenter besluiten we naar Murray Beach te gaan, omdat daar kan worden gesnorkeld. Dat laatste valt in vergelijking met onze ervaring op Bali een beetje tegen, maar het strand (of eigenlijk de hele baai) is werkelijk prachtig: mooi wit zand en de zon schijnt volop. Gelukkig staan er ook nog wat bomen, zodat we in de schaduw kunnen zitten. Het weer is eigenlijk te mooi voor ons ‘blekelingen’, je moet goed uitkijken dat je niet verbrand.

Als het wat afkoelt (ondertussen een uur liggen slapen!), besluiten we een wandeling te gaan maken via een track (pad) van ongeveer 5 km. We horen onderweg wel veel beesten, maar we zien alleen maar een kangaroe. Ook worden we behoorlijk lastig gevallen door de vliegen, je vraagt je af waar ze vandaan komen.