Via Travellers Auto Barn, waar ook een aantal Nederlanders werken (wel zo handig), hebben we op goed geluk een campertje gehuurd. Het was de enige beschikbare, maar zeker niet de minste. Aangezien het hier hoogseizoen is, hebben we dus niet veel keuze. Maar er zit van alles bij, inclusief bestek en pannen, beddengoed, kussens en stoelen. Alleen een toilet en een douche ontbreken.
Eerst moeten we ons visum voor de terugreis naar Indonesië in orde maken. Na wat uitzoekwerk komen we erachter wat het adres en wat de openingstijden zijn van het Indonesisch Consulaat in het zuiden van Sydney (gelukkig!) is.
Weten waar we moeten zijn is één, maar er ook daadwerkelijk komen is twee. Het kaartenboek dat we hebben meegekregen is nu ook weer niet zo gedetailleerd, tenslotte staat heel Australië in het boek. We hebben natuurlijk ook geen pasfoto’s bij de hand, maar de receptie verwijst ons naar de drogist bij het eerstvolgende kruispunt. Die trekt in zijn winkel een schermpje als achtergrond uit het plafond en maakt midden in de winkel onze (verschrikkelijke) pasfoto’s. Al met al neemt het wel wat tijd in beslag en pas in de loop van de middag kunnen we echt op weg.
Na een paar uurtjes westwaarts rijden en vooral wennen aan het links rijden, besluiten we een camping aan te doen in Wallacia. Als het op jouw kaart staat, dan heb je een goede kaart. Het is namelijk een gehucht van niks; hier doen ze boodschappen bij de plaatselijke benzinepomp. Maar goed, er is een camping en dat is op dit moment het belangrijkste. In eerste instantie kunnen we de eigenaar van de camping niet vinden, maar na flink op de deur gebonsd te hebben, komt ie te voorschijn. Hij blijkt van oorsprong een Italiaan te zijn, die al flink wat jaren geleden is geëmigreerd. Na betaling van 10 Australische dollars borg, krijgen we sleutels mee voor het douche-gebouw. Als we de volgende ochtend erg vroeg willen vertrekken, dan moeten we de sleutels maar onder het luik doorschuiven, dan zorgt hij ervoor dat het briefje van 10 er ook ligt. We lachen ons slap, want zoiets maak je in Nederland niet meer mee.
’s Avonds besluiten we de straat eens over te steken om te kijken of we in het enige hotel (annex bottleshop) nog iets kunnen drinken. We zijn verrast door het grote aantal mensen dat we achter het hotel aantreffen. In eerste instantie denken we aan een bruiloft of iets dergelijks, maar het is de wekelijkse karaoke-avond (echt iets voor ons, not). We gaan er eens rustig tussen zitten om de boel op ons gemak te bekijken. Het biertje gaat er wel in, want het is nog steeds lekker warm ondanks dat het al avond is. Vlak naast ons zit een jonge vent die alleen maar cola drinkt. Op de vraag of hij de ‘Bob’ is vanavond, legt hij uit dat hij als één van de weinige Australiërs geen bier drinkt. Maar goed, het ijs is gebroken en de Aussies hebben ons ontdekt.
“Wat doen jullie hier eigenlijk in Wallacia?” is hun eerste vraag. Ze hebben hier nog nooit toeristen gehad. Als we aangeven niet echt met een concreet reisplan onderweg te zijn, krijgen we van alle kanten adviezen aangereikt. Op een oude kassabon laten we alles opschrijven, want het is teveel om te onthouden. Het lijstje zal ons nog later goed van pas komen! De jongen naast mij heet Shane Schafer en hij gaat binnenkort trouwen met zijn vriendin Cindy Rowlison die inmiddels iets verderop met Mirjam zit te praten. Ze blijken bij ons op de camping te wonen. Dat trouwen zijn ze van plan te gaan doen in de Jenolan Caves die wij morgen gaan bezoeken. Als iedereen drie keer op het podium heeft gestaan, gaat langzaam het doek dicht en het licht uit.
Recente reacties